Is de 924 een VW, Audi of toch een echte Porsche? (1975 - 1988)
Nauwe banden
Er is altijd al een nauwe verwevenheid tussen de VW-groep en Porsche geweest. Dat zorgde voor een vlotte uitwisseling van kennis en technologie. En soms ook van modellen. Niet in het minst bij het ontwerpen van deze 924. Aanvankelijk was het de bedoeling om deze sportwagen als een Audi op de markt te brengen. Hij kreeg alvast een Audi-motor. Een viercilinder 2 liter, met K-Jetronic injectie en 125pk. Moest het een Audi geworden zijn, had hij voorwielaandrijving gekregen. Maar uiteindelijk werd het een Porsche en werd gekozen voor een transaxle-constructie (transmissie op de achteras) en een gelijkmatige gewichtsverdeling. Maar best.Crisis

Een bescheiden motor, maar een instant-succes
Z'n manifest gebrek aan power bleek al gauw een punt van kritiek. Een echte Porsche of niet, de 924 werd een instant-succes en bezorgde Porsche de omzet-boost die het in die tijd nodig had. Hij trok klanten aan die anders nooit voor een Porsche zouden kiezen. De beruchte 911 was voor velen te spartaans en te heftig. Het succes van de 924 had allicht ook te maken met z’n zeer geslaagde styling. De Nederlandse ontwerper Harm Lagaaij creëerde een tijdloos en vloeiend design. Hij werd afgeleverd in opvallende kleuren; helrood, wit, zwart of metaalgroen. Een prima stroomlijn waarbij bumpers mooi geïntegreerd werden in de carrosserie. Dankzij de gunstige aerodynamica, en ondanks de bescheiden motor, raakte de 924 net aan de kaap van 200 km/u en met z’n 1130kg was het zeker geen zwaargewicht, dat liet een vlotte en sportieve rijstijl toe.
Gebouwd bij Audi


De bescheiden Audi-motor en z’n manifest gebrek aan power bleek algauw een puntje van kritiek. Met deze 924 een echte Porsche 911 volgen, was even utopisch als een Belgische begroting in evenwicht krijgen. Om die reden lanceerde Porsche in 1978 de 924 turbo-versie. Maar dat werd geen verkoopstopper. Wie echt power wilde, stapte in een 911, simpel.
Een overdosis anabole steroïden

Bijschaven



Net zoals z’n 911, bleef Porsche al die jaren onvermoeibaar schaven aan de 924 en 944. Niet alleen werden ze beter en sneller, het werd een kluwen van types en benamingen. Maar de beide modellen bleven al die tijd goed verkopen. Aan het einde van z’n carrière in 1988, klokte de klassieke 924 af op 175.000 stuks. De stoerdere 944 geraakte aan 113.000 stuks op een carrière van negen productiejaren.
Vele liefhebbers dachten met weemoed terug aan de 924/944, want hun opvolger, de 968, werd veel minder gesmaakt en bleef slechts vier jaar in productie.
Vele liefhebbers dachten met weemoed terug aan de 924/944, want hun opvolger, de 968, werd veel minder gesmaakt en bleef slechts vier jaar in productie.